Als kind wilde Mona Asadi (32, uit Iran) president worden. En als dat niet zou lukken piloot. Haar voorbeeld: de Iraanse sjah, waarover haar opa verhalen vertelde toen ze nog een klein meisje was. Maar haar dromen kwamen niet uit. Als management trainee bij ManpowerGroup probeert ze haar talenten alsnog goed te benutten.
Mona, waarom ben je geen president of piloot geworden?
Lacht: ‘Als vrouw president worden in Iran is geen optie. Helaas. Iraanse piloten zijn ook uitsluitend mannen. Hoewel, tegenwoordig kun je schijnbaar worden toegelaten als vrouw, maar in mijn tijd was het uitgesloten. Bovendien vonden mijn ouders, die beiden hebben gestudeerd, het geen goed idee. Ze wilden dat ik een serieuze studie ging volgen. Uiteindelijk heb ik Wiskunde en Natuurkunde gestudeerd en later, in Zwitserland, Franse Literatuur. Terug in Iran, toen ik mijn scriptie schreef, ben ik opgepakt door het regime, omdat ik me inzette voor vrouwen-, kinder- en lhbt-rechten. Eenmaal op vrije voeten ben ik gevlucht. In Iran was geen plek voor mij.’
Op 1 september ben je gestart met het management traineeship van ManpowerGroup. Waarom solliciteerde je?
‘Het was een tip van mijn begeleider bij het UAF. Het leek me fantastisch om te solliciteren, want ManpowerGroup is een diverse organisatie met een mooie bedrijfscultuur. De volgende drie woorden staan hier centraal: share, care en dare. Als professional word je in staat gesteld om goed werk te doen en je fijn te voelen. Ik denk dat ik het kan, manager worden. Ik ben een regelaar, ga graag in gesprek met mensen en sta open voor andere ideeën. Hopelijk kan ik onderdeel worden van het geluk van de medewerkers van ManpowerGroup.’
Hoe ontdekte je je leiderschapskwaliteiten?
‘Zoals ik al zei: als klein meisje wilde ik president worden. Ik ben een aanpakker, zie kansen en denk in oplossingen. Overal waar ik kom neem ik de leiding, ook binnen het groepje activisten waar ik deel van uitmaakte. Tijdens mijn eerste studiejaren in Nederland was ik timide, maar toen ik de taal eenmaal sprak kroop ik uit mijn schulp en pakte ik ook binnen mijn studiegroepje een voortrekkersrol. Het is mijn tweede natuur.’
Wat wordt je grootste uitdaging om het te maken als manager?
‘Er zijn zoveel uitdagingen, maar de belangrijkste is dat ik niet alles naar me toe trek en anderen ruimte geef. Dat is ook een cultuurding, want in Iran is het onbeleefd om nee te zeggen. Dat doen wij niet. In Nederland kan dat wel. En doorvragen, zodat ik genoeg informatie heb om een beslissing te maken. Ik krijg nu feedback van mijn collega’s en dat is erg waardevol. Mijn buddy Fleur, die me ook aan ManpowerGroup heeft voorgesteld, geeft mij feedback en advies. Ze is open, hartstikke aardig en kent de Nederlandse cultuur. Mede dankzij haar weet ik waar ik aan moet werken.’
Je woont sinds 2012 in Nederland. Heb je je zorgen gemaakt over het vinden van een baan?
‘Vier jaar geleden maakte ik me zorgen. Ik realiseerde me dat het zonder opleiding in Nederland moeilijk zou worden om een baan te vinden op mijn niveau. Ik schreef me in voor de studie Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, maar merkte dat het niet bij me past. Ik trok me het leed van de patiënten te veel aan. Ik stopte en ben verder gegaan met Business Studies aan de InHolland hogeschool. Dat beviel wel. Mijn vader had een logistiek bedrijf, ik ken de dynamiek van een commercieel bedrijf. Ik word blij van business, het geeft me energie.’
Waar droom je van?
‘Eerlijk gezegd droom ik van een wereld zonder oorlog, waarin alle grote machten in één keer weggaan zodat we samen verder kunnen leven. Dat is wat ik graag wil en ik doe mijn best om een onderdeel te zijn van díé wereld. Onze zoon is vijf jaar. Toen hij nog jonger was vroeg hij op een dag: “Waarom heeft een jongen in mijn klas een donkere huidskleur?” Waarop ik vroeg: “Maar wat hebben jullie hetzelfde?” Hij zei: “Oren, ogen, lippen, benen, armen, handen, van alles!” Ik: “Heeft hij ook pijn als je hem knijpt?” Hij: “Ja, natuurlijk.” Oké, zei ik, dus bijna alles is hetzelfde als bij jou, maar je ziet één verschil. Daarna liet ik hem een filmpje zien op YouTube waarin mensen met allerlei kleuren uit allerlei culturen voorbijkomen. Daarna begreep hij dat hij en zijn klasgenootje elkaars gelijken waren. Hij en dat jongetje werden vrienden. Opvoeding is zo belangrijk. Als we zorgvuldig zijn met onze woorden en ons gedrag kan dat de wereld beter maken. Twee jaar geleden besloot ik om geen vlees meer te eten. Waarom? Als we lief zijn voor de dieren, zijn we ook liever voor onszelf en elkaar.’
Waar sta je over vijf jaar?
‘Ik wil graag onderdeel worden van het bestuursteam van ManpowerGroup, zodat er meer diversiteit komt in het bedrijf. Het is bewezen: meer diversiteit in toplagen van een bedrijf leidt tot betere beslissingen. Dat is toch ook logisch? Hoe meer smaken, achtergronden en visies, hoe meer invalshoeken, kennis en ideeën. Ik heb andere talenten dan veel van mijn collega’s, omdat ik ergens anders ben opgegroeid en opgevoed. Als je die zienswijzen samenbrengt, kom je verder.’
Interview: Job Hulsman
Fotografie: Suzanne Blanchard