Positief nieuws voor gevluchte medici: in oktober heeft de Tweede Kamer met een ruime meerderheid een motie aangenomen van D66-Kamerlid Wieke Paulusma.
In de motie stond dat er voor de jaarwisseling een meerjarig plan moet liggen ter ondersteuning van nieuwkomers met een zorgachtergrond, zodat zij ook in Nederland in de zorg aan de slag kunnen.
Het UAF vraagt al vele jaren aandacht voor de positie en het potentieel van gevluchte zorgprofessionals. Hierbij werken we samen met overheden, brancheorganisaties, werkgevers in de zorg en vrijwilligers die zich inzetten als mentor van een gevluchte vakgenoot.
Dat er nu een ruime meerderheid is vóór een meerjarig plan met meetbare doelstellingen, is goed nieuws. Hier is al jaren behoefte aan. Daarom gaan we dóór met belangenbehartiging en delen we actief onze ervaringen en expertise met de verantwoordelijke ministeries van VWS en SZW.
Urgentie
Zelfs in een tijd waarin er veel behoefte is aan medisch personeel, blijven de kwaliteiten van gevluchte zorgprofessionals vaak onbenut. De weg naar een BIG-registratie, die nodig is om in Nederland in de zorg aan de slag te kunnen, is nog steeds lang, complex en vol obstakels. Er is daarom méér nodig om gevluchte zorgprofessionals te ondersteunen: goede informatie, gerichte begeleiding, financiële steun en mogelijkheden om werkervaring op te doen op de Nederlandse arbeidsmarkt.
Aanbevelingen
Hoe gevluchte medici hun weg vinden op de arbeidsmarkt, heeft het UAF enkele jaren geleden in kaart gebracht in onderzoeksrapport ‘Van A naar BIG tot Zorgprofessional’. De belangrijkste knelpunten en aanbevelingen staan in dit vijfpuntenplan.
Terwijl er in Den Haag wordt gewerkt aan het meerjarenplan, gaat het UAF door met wat we al jaren doen: kansen creëren, samen met onze partners. Wij helpen nú gevluchte zorgprofessionals op weg en vinden dat zij niet langer in de wachtkamer mogen zitten.
Wat we doen
Met financiële steun, individuele begeleiding, medische mentoren, een duidelijk stappenplan helpen we ze op weg naar een baan die bij ze past. Daar wordt iedereen beter van: de gevluchte medici, de werkgevers in de zorg en last but not least de patiënten die zorg nodig hebben.