Toen de chauffeur ons op 22 september 1990 met zijn rode auto afzette op station Breda (ik was met mijn twee jongens van Teheran naar Parijs gevlogen) was ik opgelucht, vrij en vol hoop. Maar een beeld van mijn toekomst had ik niet. Ik wist überhaupt niet waar we waren beland.
Van Breda ging het naar Den Helder (voor een weekend), toen naar het asielzoekerscentrum in het Limburgse Blitterswijk, daarna naar een ROA-woning in Brummen en uiteindelijk naar Almere. Dat ik negenentwintig jaar later op de rode loper van Paleis Noordeinde zou lopen had ik nooit gedacht.
Samen met vijfentwintig anderen was ik te gast bij de uitblinkerslunch van koning Willem-Alexander en koningin Máxima. De reden voor mijn uitnodiging: de Comeniusprijs die ik in maart kreeg uitgereikt. Het werd een onvergetelijke middag.
Als ik aan monarchieën denk, denk ik aan macht, onderdrukking en geweld. De sjah in Iran kon er wat van. Helaas maakte hij eind jaren zeventig plaats voor een zowaar nóg slechter alternatief: een gewelddadige territoriale Islamitische Republiek. Machtsposities komen in gevaar als de machthebbers hun macht omzetten in absolute macht. In Iran weten we er alles van. Het vat wel zo’n beetje samen waarom ik destijds in Breda belandde. Macht hebben en er geen gebruik van maken, dát is pas beschaving (Cees Buddingh’).
Toen ik de uitnodiging ontving voor de uitblinkerslunch realiseerde ik me niet direct dat het een bijzondere en onvergetelijke dag zou worden. Eenmaal in Den Haag veranderde dat snel. Op de trap die leidde naar de ontvangstruimte minderde ik vaart. ‘Neem de tijd, Mardjan’ fluisterde ik tegen mezelf.
Binnen observeerde ik de ruimte en keek ik om me heen. Een grote witmarmeren ingang. Witte pilaren. Hoge, prachtige gedecoreerde plafonds. Rood tapijt op de trap. Een reusachtig schilderij (ik meen van Willem IV). Paleis Noordeinde ademt geschiedenis en erfgoed. Prachtig. Ik genoot ervan en vond het zeer indrukwekkend om de koning en de koningin te ontmoeten.
Geen macht maar invloed en betrokkenheid, dat is wat ik die middag ervoer. Ik maakte kennis met twee maatschappelijke betrokken mensen. Goed geïnformeerd bovendien. De koning en de koningin wisten waarom ik en de anderen daar zaten.
Toen de koning bij onze tafel aanschoof informeerde hij naar de betekenis van de Comeniusprijs voor Nederland en voor mijzelf. Ik greep het moment aan om te vertellen over ons werk bij het UAF. Over onze slimme oplossingen, de samenwerkingen die we aangaan, over onze mentoren en over het talent dat we daarmee een plek proberen te geven. Ik noemde ook Prinses Beatrix als beschermvrouw van het UAF. En dat we dankbaar zijn dat ze ons in die hoedanigheid steunt.
Op de weg terug naar huis stelde ik mezelf de vraag: ‘Hoe kan het dat ik negenentwintig jaar na mijn komst naar Nederland lunchte met de koning en de koningin?’ Het antwoord: dankzij velen. Ja, ik heb hard gewerkt, maar zonder de kansen die ik heb gekregen en de mensen die in mij geloofden was het nooit gelukt. Zonder het UAF en de dagelijkse inzet van mijn collega’s had ik hier niet gezeten, zonder vertrouwen van gulle donateurs (gevers) die mij in staat stelden om in 1993 te studeren had ik hier niet gezeten. Zonder de onvoorwaardelijke support van mijn lieve, trouwe partner had ik hier niet gezeten.
Bovenstaande zinnen vatten samen wat mij en mijn UAF-collega’s dagelijks drijft. Want een nieuw leven opbouwen als je huis en haard hebt verlaten, dat gaat simpelweg niet alleen. Wees dus voorzichtig met oordelen. Hard werken alleen is niet genoeg, de steun die je krijgt is bepalend.
Bij de jurybijeenkomst ter voorbereiding op de UAF Awards 2019 vertelde Peshmerge Morad, winnaar van de UAF Award 2018, dat hij mijn benoeming als UAF-directeur in 2013 als een hoopvol moment had ervaren. Hij realiseerde zich op dat moment: dus ik kan in Nederland mijn dromen waarmaken. Ik hoorde het hem denken: ‘Als zij het kan…’ Ja, Peshmerge, dat kan in Nederland! Voor je het weet lunch je met de koning en de koningin op Paleis Noordeinde.
Beeld: RVD / Jeroen van der Meyde