Bedankt mam. Het mooiste wat je ouders je kunnen geven is hun geschiedenis zo lang ze nog leven.
Pouya
Dat zei mijn zoon Pouya nadat hij het manuscript van Tot op de dag enkele weken voor de lancering – vandaag precies een jaar geleden – gretig las. Die reactie was een geschenk. Net als het positieve bericht dat ik vlak daarna ontving van mijn andere zoon Pasha. Wat zou de openbaarmaking van mijn leven betekenen voor mijn kinderen? Die vraag had tijdens de drie jaar dat ik met Job werkte aan ons boek door mijn hoofd gegalmd. Ook Rasoul, mijn man, reageerde even later positief op het verhaal. En hoewel hij de meeste details kende was ook dat een hele opluchting.
Daarna ging het de wereld in. Vanaf de boeklancering op 14 januari 2021 vond het boek, ondanks de lockdown, haar weg naar lezers. Een week na de release werd een tweede druk aangekondigd, inmiddels zijn we bij druk zes en staat het boek in talloze boekenkasten.
Er volgden reacties. Het document waarin Job en ik de ontvangen berichten verzamelen telt inmiddels zo’n veertig kantjes. Op basis van die mailtjes, appjes en berichten op LinkedIn concludeerde ik al snel dat we ons doel hadden bereikt. Lang vroegen we ons af: wat voegt het boek toe, waarom moet het er komen? Ik ben dit avontuur niet voor mijn kinderen aangegaan, evenmin voor Rasoul. Wat wel? Ik hoopte dat mijn verhaal een boost zou kunnen geven aan de verdraagzaamheid, tolerantie en solidariteit in de samenleving.
Het is belangrijk dat deze verhalen worden verteld, dat mensen luisteren en niet oordelen.
Mardjan Seighali
Elly schreef dat iedere Nederlander en vluchteling dit boek zou moeten lezen. Petra, die een stichting ‘voor wereldvrouwen’ heeft schreef: ‘Jouw verhaal stimuleert me nog meer om door te gaan met wat we doen.’ Henk: ‘Ik heb aan mijn dochter, 18 jaar, gevraagd om het te lezen. Ik hoop ook dat zij van het boek leert dat vrijheid en democratie niet vanzelfsprekend is dat dit haar ervan overtuigd om dit jaar voor het eerst van stemrecht gebruik te gaan maken.’ Rya: ‘Het is belangrijk dat deze verhalen worden verteld, dat mensen luisteren en niet oordelen.’ Bij Geert leidde het boek tot ‘stilte en reflectie’. En Joy concludeerde dat ik iets had toegevoegd aan ons cultureel erfgoed.
Er volgden interviews en ik gaf tientallen lezingen, onder meer voor medewerkers van de Immigratie en Naturalisatiedienst (IND) en Humanitas, en hield een toespraak voor het kabinet in de Jacobuskerk tijdens de Prinsjesdagviering. Afgelopen december stopte woningcorporatie de Alliantie Tot op de dag in het kerstpakket. 900 medewerkers, (hopelijk ook) 900 leeservaringen, met wellicht gevolgen van dien.
Om bovengenoemde redenen is het project voor mij geslaagd. Maar u kent me: ik rust niet op mijn lauweren. Door corona heeft het boek nooit de kans gekregen om aandacht van lezers in de boekhandel te trekken. Ondanks de gelikte foto op de cover waartoe ik me heb laten verleiden. Mede daarom heb ik het idee dat het boek nog meer positiefs teweeg kan brengen, nog meer mensen kan bereiken, nog meer kan bijdragen aan verdraagzaamheid, tolerantie en solidariteit in de samenleving.
Daarom hoop ik dat het hier niet bij blijft. Ik twijfelde lang of ik mijn verhaal wilde delen. Uiteindelijk besloot ik een stukje van mijn ziel weg te geven. Niet omdat ik de aandacht wil opeisen of omdat ik hoop dat iedereen mij beter leert kennen, maar omdat mijn verhaal mijn persoonlijke leven overstijgt. Het is een verhaal over samenleven, over je verplaatsen in de ander. Ik hoop dat ik in 2022 op scholen mag vertellen hoe dat werkt. Dat wij-zij niet aan de orde is. Zo lang haat en polarisatie aan de orde van de dag is wil ik mensen in overweging geven dat iedereen kan bijdragen aan een inclusieve samenleving. Meer begrip, oog en oor voor elkaar, dat is mijn hoop.
Mardjan Seighali
Directeur