Twee goede bekenden van het UAF discussieerden mee: Firas al Khoury (uit Irak), arts bij de spoedeisende hulp in het Zuyderland Ziekenhuis, en Tesseltje de Lange, hoogleraar Europees Migratierecht aan de Radboud Universiteit en sinds 1 mei lid van de Raad van Toezicht van het UAF.  

Firas: ‘Het is ontzettend belangrijk om een soort warm bad voor vluchtelingen te creëren dat zorgt voor verbinding met de gemeenschap waar zij onderdeel van worden, waar zij ‘geworteld’ willen raken. Bed-bad-brood is op zich mooi en zorgt ervoor dat je je welkom en veilig voelt, maar misschien nog wel belangrijker is dat de ontvangende gemeenschap nieuwkomers stimuleert om het beste uit zichzelf te halen, zich thuis te voelen en tot bloei te komen in hun nieuwe omgeving.’ 

Op de vraag hoe het komt dat er (lokaal) weinig draagvlak is voor vluchtelingen antwoordde Tesseltje: ‘Weinig draagvlak? Ik zou het willen omdraaien. Je moet laten zien wat er wél is, wat we wél delen. Welke talenten mensen hebben, welke kennis zij meebrengen. Mensen die vluchten komen hier niet zonder verleden, maar hebben vroeger als arts gewerkt, of in de kinderopvang. Uit onderzoek weten we dat het inzicht hierin wederzijds goed werkt om de verbinding tot stand te brengen. Zowel voor nieuwkomers als voor gemeenten, buren en werkgevers in de omgeving. Pas als je elkaars verhaal kent, kun je beginnen met samenleven.’