In Limburg kampen bedrijven in de technieksector met personeelstekorten. Knappe koppen gezocht dus. Met het project Wonen, Opleiden, Ondernemen en Werken, kortweg WOOW, stoomt Zuyd Hogeschool samen met het UAF leergierige gevluchte professionals met een achtergrond in de techniek in een jaar klaar voor de arbeidsmarkt. 

‘Werelden bij elkaar brengen,’ is het veelzeggende antwoord van Herwin Sap, vakinhoudelijk coördinator van WOOW, op de vraag waarom Zuyd het programma introduceerde. ‘Wij leiden op voor de regio, maar het aantal studenten dat we afleveren blijft achter bij de vraag. Gevluchte technici zijn een poule van onbenut talent. Met WOOW hopen we de tekorten op de arbeidsmarkt terug te dringen, terwijl we vluchtelingen een kans geven om aansluiting te vinden met het werkveld.’ 

Klaarstomen voor de arbeidsmarkt 

WOOW is een initiatief van Zuyd Hogeschool. Net als onder meer de Gemeente Heerlen, Wonen Limburg, de Universiteit Maastricht en New Insights Consulting is het UAF partner in het project. We delen expertise, verzorgen trainingen, bieden individuele begeleiding en vergoeden reiskosten van de deelnemers. De eerste helft van het programma, dat in september startte, zit er inmiddels op. De deelnemers hebben onder meer (vak)taallessen gevolgd, leerden (opnieuw) werken met computerprogramma’s als AutoCAD en Revit en kregen sollicitatietrainingen. De volgende halte: stage lopen.  

Hanni Wongsosumarto, vanuit het UAF betrokken bij de begeleiding van de deelnemers: ‘Dit programma past bij het UAF; we investeren in projecten en trajecten die bijdragen aan duurzame arbeidsintegratie. De deelnemers van WOOW hebben al een opleiding gevolgd in hun thuisland en hoeven niet opnieuw een hele opleiding te volgen. We hopen ze in een jaar klaar te stomen voor de Nederlandse arbeidsmarkt. Aan vakkennis en kunde ontbreekt het niet, aan werkervaring, de lokale context en een netwerk wel. Díé brug vormt WOOW.’ 

Ervaring opdoen met een stage 

Teklemariam Okbagiorgis Berhe kwam vijf jaar geleden naar Nederland. In Eritrea, waar hij vandaan komt, studeerde hij bouwkunde. Hij werkte er als docent en als medewerker bij een constructiebedrijf. Hij wil zijn loopbaan graag hervatten in Nederland, maar zijn sollicitaties liepen tot dusver op niets uit. Teklemariam: ‘Ik kreeg te horen dat mijn taalbeheersing niet voldoende was. WOOW is een goede kans voor mij om mijn taal te ontwikkelen en ervaring op te doen bij een bedrijf. In maart ga ik stage lopen bij Blitta, een bedrijf in gevelsystemen. Als ik het goed doe kan ik een baan krijgen.’ 

Hij is blij dat hij niet opnieuw de schoolbanken in hoeft, maar zegt dat hij het WOOW-project wel nodig heeft. Teklemariam: ‘Bouwkunde in mijn land is anders dan hier. De codes zijn anders, AutoCAD werkt anders, de bouwtechnieken zijn anders. In Eritrea is het bijna altijd 19 graden, isoleren is bij ons niet echt aan de orde. Dankzij dit traject snap ik beter hoe het eraan toe gaat in Nederland.’ 

Honger naar kennis 

Herwin ziet dat de verschillen inderdaad groot zijn: ‘Het was wennen, oriënteren en zoeken. Welke kennis is er al? En wat ontbreekt er? We dachten makkelijk te beginnen met een les over de bouw van een stalen bedrijfshal. Met het idee: die bouwtechniek wordt overal op de wereld gebruikt. Nou, niet dus. De deelnemers, voornamelijk Syriërs, lieten weten dat er in hun thuisland vooral met beton wordt gebouwd.’ 

‘Ik verwachtte dat de werelden dichter bij elkaar zouden liggen, maar dat maakt dit traject juist uitdagend. Het is een zoektocht over en weer. De deelnemers zijn heel gemotiveerd en leergierig, de honger naar kennis is groot. Het zorgt ervoor dat ze zich snel ontwikkelen. Je merkt aan alles dat ze beseffen dat het een kans is om aansluiting te vinden bij de arbeidsmarkt.’ 

Werken, daar is het de technici om te doen. WOOW-deelnemer Khadija Mannan uit Syrië: ‘Ik studeerde in 1998 af aan de universiteit als werktuigbouwkundige. Daarna werkte ik twaalf jaar, onder meer op de luchthaven van Aleppo op de afdeling die zich bezighoudt met het onderhoud van de machines. Ik ben het gewend om te werken en wil graag iets doen met mijn technische achtergrond. Ik heb een tijdje gewerkt als postsorteerder. Dat was gezellig, maar ik ben blij dat ik een kans krijg om te werken in mijn richting.’ 

Dit traject wordt mede mogelijk gemaakt door het ING Nederland Fonds.