Shakiba Babri (Iran, 32) is een van de vele gevluchte medisch professionals die betrokken is bij de behandeling van coronapatiënten. Ze werkt als assistent interne geneeskunde in het Spaarne Gasthuis in Haarlem. ‘Ik probeer iets terug te geven.’
‘Omdat ik bijna twee jaar ervaring heb als interne geneeskundige, ben ik als een van de eersten op de corona-afdeling aan de slag gegaan. Eng? Welnee. Het was mijn eigen keuze. Het voelt fijn om patiënten en collega’s door deze crisis te helpen, ik zie het als een eer.’
Het is begin april als we Shakiba spreken. Haar derde week op de speciale corona-afdeling in het Spaarne Gasthuis is dan halverwege. Vooral Ze heeft er net een lange dag werken op zitten, maar van vermoeidheid in haar stem is geen sprake aan de andere kant van de lijn.
‘Soms houdt mijn werk me ‘s avonds nog bezig. Vooral met de patiënten die ik zelf behandel, ben ik begaan. Via de systemen kan ik volgen hoe het met ze gaat. Vandaag had ik gelukkig geen heel zieke patiënten. Ik ben nu ontspannen.’
Als assistent interne geneeskunde is Shakiba de dienstdoende arts op de zaal. Ze schrijft medicatie voor, brengt problemen in kaart en bedenkt oplossingen. Dat doet ze onder supervisie van de internisten.
‘Naast de reguliere behandeling probeer ik mensen moed te geven. Als ik tijd heb voer ik gesprekken met de patiënten. Het doel: zorgen dat ze genoeg energie houden om door te gaan. Het zit in me: doorgaan, niet opgeven.’ Zelfbewust: ‘Dat heeft te maken met mijn eigen geschiedenis.’
Thuisvoelen in Nederland
‘Shakiba werd eind jaren tachtig geboren in de Islamitische Republiek Iran, waar ayatollah Khomeini de macht naar zich toe getrokken had. Vanwege de politieke activiteiten van haar ouders werd haar vader om het leven gebracht. Shakiba was toen één jaar. Haar moeder belandde in de gevangenis, waardoor Shakiba de eerste veertien jaar van haar leven opgroeide bij haar tante. In 2009 vluchtte ze samen met haar moeder naar Nederland. Met hulp van het UAF studeerde ze geneeskunde aan de Vrije Universiteit in Amsterdam.
Shakiba over haar studietijd: ‘Ik had een plan: ik wilde arts worden. Maar ik wist niet hoe ik dat doel in Nederland kon bereiken. Via een voorbereidend jaar aan de VU ben ik ingestroomd in de studie geneeskunde. Zonder de hulp van het UAF was dat nooit zo snel gelukt.’
In 2017, toen Shakiba net was afgestudeerd als geneeskundestudent, won ze de Kees Bleichrodt Award, de voorloper van de UAF-Award. In de filmpjes die we destijds van haar maakten vertelt ze dat ze ervan droomt om dermatoloog te worden.
Hoe het met die droom staat? ‘Ik vind het nog steeds interessant, maar ben ondertussen gevallen voor de interne geneeskunde. Iedereen om me heen zegt dat dit bij me past. Ik ben in staat om te handelen bij acute problemen. Het is veelzijdig en je moet best veel nadenken. Ik wil verder in de richting van de interne geneeskunde. Het betekent – inclusief subspecialisatie – nog vijf à zes jaar studeren.
‘Ik heb iets bereikt’
De award zelf betekende veel voor haar, vertelt ze: ‘Ik loop niet over van zelfliefde. Die prijs was voor mij de bevestiging dat ik iets heb bereikt in mijn leven. Vanaf dat moment zag ik in dat…’ Haar zin loopt vast. ‘Ik weet niet hoe ik het moet uitleggen. Voor het eerst had ik waardering voor mezelf. Misschien is het iets cultureels. In Iran krijg je niet snel complimenten. Sinds het winnen van de award ben ik er beter in. Ik heb het goede gevoel vastgehouden en geef mezelf nu vaker schouderklopjes.’
‘Ik heb veel geluk gehad en de kans gekregen om een nieuw leven op te bouwen in een vrij land. Nu probeer ik iets terug te geven, want ik ben in een positie om dat te doen. Het werk dat ik doe geeft me een fijn gevoel en zorgt er mede voor dat ik me hier thuis voel.’ Ze valt even stil en zegt dan: ‘Ja, ik voel me thuis. Ik had me nooit eerder gerealiseerd dat dat zou kunnen gebeuren. Een paar jaar geleden dacht ik nog dat Nederland nooit mijn land zou worden. Nederlands is niet mijn moedertaal. Het leek me lastig. Maar sinds ik werk voelt het anders. Het is niet te vergelijken met mijn studententijd. Ik voel me nuttig.’
Tekst: Job Hulsman
Fotografie: Emiel Elgersma