De samenleving verandert en de politie wil mee. Het bijbehorende credo: ‘Politie voor iedereen.’ Concreet hoopt de politie dat eenderde van de aspiranten die zich in 2026 bij de korpsen in de vier grote steden aanmeldt een migratieachtergrond heeft. Liesbeth Huyzer, plaatsvervangend Korpschef, over het waarom en de hobbelige weg naar diversiteit en inclusie bij de politie.
‘Aanwas komt van oudsher veelal uit de middenklasse van de bevolking, vaak uit christelijke gezinnen. Opa was agent, vader – en tegenwoordig gelukkig ook moeder – werkt bij de politie en de nieuwe generatie volgt. Daar is niets mis mee, maar de samenleving is niet meer zoals toen. Het aantal inwoners met een andere culturele achtergrond dan de Nederlandse is toegenomen. In de grote steden is het aandeel meer dan vijftig procent. Willen we als politie verbonden zijn met de samenleving, dan vraagt dat iets van onze samenstelling.’
Aan het woord is Liesbeth Huyzer, plaatsvervangend Korpschef bij de politie. De aanleiding voor een gesprek over diversiteit bij de politie: het verhaal van Lilit, die van Armenië naar Nederland vluchtte en in Nederland haar politiedroom probeert waar te maken. Als we Huyzer op de hoogte brengen van de ervaringen van Lilit tot nu toe – ze kreeg te maken met discriminatie tijdens haar vooropleiding, studeerde desondanks af en startte onlangs met de politieacademie – luistert ze aandachtig. ‘Wat goed van haar. Maar om eerlijk te zijn: ik durf mijn hand er niet voor in het vuur te steken dat ze die nare ervaring niet bij ons gaat hebben. Ik denk dat we daar heel reëel in moeten zijn. We staan voor een grote uitdaging.’
Om te beginnen: waarom is een diverse politie van belang?
‘Nederland is uitzonderlijk met zijn dichtbij-politie. Het is niet ons doel om alleen nog maar agenten met een Marokkaanse achtergrond in aanraking te laten komen met burgers met een Marokkaanse achtergrond. Maar om een dichtbij-politie te blijven moeten we ons cultureel bewustzijn vergroten. We willen de verschillende smaken in de samenleving vertegenwoordigen in ons korps. De politie als afspiegeling van de samenleving. Het gaat erom dat we worden geaccepteerd als een neutrale scheidsrechter.’
De politie als afspiegeling van de samenleving. Het gaat erom dat we worden geaccepteerd als een neutrale scheidsrechter.
Kunt u een voorbeeld geven van een situatie waarin de politie de aansluiting met de samenleving mist?
‘Toen in de Verenigde Staten veel te doen was over black lives matter en de politie voelde dat aanvankelijk ver weg. We dachten: het is niet te vergelijken, wij zijn een heel andere politie dan de Amerikaanse. Feit is dat een nieuwe generatie het voor het zeggen krijgt. Zij hebben andere vragen, dragen andere perspectieven aan. Het moet ons aan het denken zetten. “Hoe doen wij het?” Er is maatschappelijke onrust, er wordt veel gedemonstreerd, ook met geweld tegen de politie. We hebben onze waterwerpers weer van stal gehaald, er is zelfs geschoten. De reflex is: beter bewapenen. Maar het is slimmer om manieren te vinden om weer in verbinding te komen. De antwoorden van toen zijn niet meer de antwoorden van nu.’
Burgers die zich zo vertegenwoordigd voelen dat ze niet meer in opstand komen tegen de politie, is dat het ultieme doel?
‘Ik vind dat een mooie vraag. Het is misschien utopisch, maar in wezen is dat inderdaad waar je op uit wilt komen. Wij willen niet tegenover de burger komen te staan.’
Stel dat het lukt, een groot deel van de aspiranten in 2026 heeft een migratieachtergrond, wat verandert er dan?
‘Ik zal een voorbeeld geven. We hebben sinds een paar jaar een zero tolerance-beleid ten aanzien van drugs. Uit een van onze multiculturele netwerken komt nu de vraag: “Waarom doen we racistische uitingen af met een disciplinaire straf, terwijl iemand die toegeeft ooit een pil te hebben geslikt meteen ontslagen wordt?” Dat zet ons aan het denken. Kijken we naar de samenleving, dan is de tolerantiegrens voor discriminerende uitspraken veel lager dan voor een jointje of een pil.’
Zijn er aanpassingen doorgevoerd op basis van die vraag?
‘We hebben dialoogsessies opgezet in het hele korps op basis van de kwestie. Daaruit leren we dat er veel werk te doen is. Persoonlijk ben ik geen voorstander van zero tolerance, ik gebruik liever het lerende aspect van een dergelijk voorval. Iemand die een fout begaat en spijt betuigt kan een goede ambassadeur zijn om verder te komen.’
Welke rol zien jullie voor studenten en professionals met een vluchtelingachtergrond?
‘We hebben geen specifiek beleid voor aspiranten met een vluchtelingachtergrond. Wel zou ik ons toewensen dat we meer ruimte geven aan die ervaringen. Wie het boek van Mardjan (Seighali, directeur van het UAF, red.) leest, ontdekt wat het betekent om te vluchten. Het vluchten zelf, maar ook het opbouwen van een toekomst in een nieuw land en een nieuwe omgeving is waardevolle bagage. Zij die gevlucht zijn weten als geen ander wat het is om door te zetten, moeilijkheden te overwinnen en om te gaan met nieuwe omstandigheden.’
Zij die gevlucht zijn weten als geen ander wat het is om door te zetten, moeilijkheden te overwinnen en om te gaan met nieuwe omstandigheden.
Misschien is een vluchtervaring wel een pré op het cv van een aspirant agent.
‘Dat denk ik ook. Een vluchtervaring wordt nog niet zo op waarde geschat. Gericht kijken naar de competenties die je verwerft als je noodgedwongen vlucht vind ik zo gek nog niet.’
Geen weg terug
Het aandeel politieagenten met een migratieachtergrond steeg de afgelopen drie jaar van 13 naar 14 procent. Ondertussen zijn er onder aspiranten die de politie verlaten relatief veel met een migratieachtergrond. Volgens Huyzer lukt het de politie nog onvoldoende om een veilig klimaat te bieden. Ze noemt dat een nóg grotere uitdaging dan zorgen voor voldoende aanwas met een migratieachtergrond.
‘We hebben hoge verwachtingen van de instroom, maar hoe ontvangen en begeleiden we aspiranten? We streven naar open en transparante teams, met plek voor verschillende perspectieven. Om heel eerlijk te zijn moeten nieuwelingen zich nu nog vaak voegen naar de mores van een team. “We doen het zoals we het altijd deden.”’
Wat is de grootste uitdaging om dit te veranderen?
‘De eigen normstelling is hardnekkig. Als we willen dat nieuwe collega’s iets toevoegen vraagt dat iets van het huidige personeel. Zijn we bereid ons aan te passen, om opnieuw te kijken? Hoe ik het altijd deed, ook al werkt dat tot op de dag van vandaag, kan dat misschien ook op een andere manier?’
Kan verandering pas echt plaatsvinden als de oude garde is uitgestroomd?
‘Je zou inderdaad kunnen zeggen: met het veranderen van de generaties komt de ommekeer vanzelf. Maar die luxe hebben we niet. Het moet nú gebeuren, er moet versnelling komen. Het gaat schuren, dat kan niet anders. Ik krijg vaak te horen: ‘In die appgroepen van jullie gebeuren lelijke dingen.’ Daar ben ik niet trots op, maar we zijn er transparant over en zijn bereid de beerput open te trekken. Discriminatie komt op veel plekken voor, maar ik ken zat organisaties die het onder het tapijt schuiven. De politie neemt het serieus. Het zal nog meer pijn gaan doen, maar het is de enige manier om te veranderen.’
Landt de boodschap dat het anders moet in uw organisatie?
‘Meer en meer, maar het is een kwestie van herhalen. Iedere keer als het thema opdoemt, bijvoorbeeld op ons intranet, zie je de reacties meteen komen. Voor de een gaan veranderingen te snel, voor de ander te langzaam. We hebben collega’s met een migratieachtergrond die al vijfentwintig jaar bij ons werken, zij lopen voorop in dit proces. Zij zijn inmiddels moe gebeukt en vragen zich af: ‘Wanneer begrijpen jullie het nou?’ De beweging groeit, net als het besef dat er geen weg terug is. Maar het moet zich nog nog wel vertalen naar concrete cijfers, het aandeel nieuwe aanwas met een migratieachtergrond moet groeien en de veiligheid in teams moet beter.’
Wat zou u tegen Lilit willen zeggen, en tegen alle andere gevluchte studenten en professionals die bij de politie willen werken?
‘Zet door en zoek tijdig steun bij bijvoorbeeld onze vertrouwenspersonen of in de culturele netwerken in het geval van onveilige situaties, aarzel niet. We gaan ondertussen volhardend door om een veilig klimaat te creëren en blijven er opgewekt bij kijken. We zijn echt in beweging.’