Hij werkte een leven lang als chemicus voor een oliemaatschappij en woont met zijn vrouw Janny in een woonzorgcentrum in het Haagse Benoordenhout. Cobus Kann (1936) is al decennia donateur van het UAF. Sinds kort schenkt hij periodiek.
Waar komt uw liefde voor het UAF vandaan?
‘Begin van de jaren 80 had ik mijn carrièreplafond bereikt. Ik nam de tijd om te ontdekken wat nog meer belangrijk is in het leven en ben bewust op zoek gegaan naar manieren om impact te maken. Het UAF maakte van meet af aan een bijzonder sympathieke indruk op mij. Ik steun de stichting al tientallen jaren en dat voelt goed.’
Waarom voelt dat goed?
‘In retrospectief durf ik te stellen dat ik me onbewust kon identificeren met het belang van de UAF-missie. Weet u, zelf heb ik op meerdere momenten in mijn leven eenzaamheid ervaren. En gelukkig weet ik óók hoe fijn een uitgestoken hand dan is.’
Heeft dat te maken met de oorlog?
‘Onder andere. Ik ben geboren in Dordrecht, in een joods gezin. Mijn ouders en drie grootouders hebben de oorlog niet overleefd. Mijn zussen, mijn broer en ik woonden vanaf november 1942 allemaal op verschillende onderduikadressen. De hulp van dappere mensen heeft ons leven gered. Zelf heb ik de oorlogsjaren doorgebracht bij een gezin in Badhoevedorp. Voor mij verliep die tijd vrij normaal, op een paar spannende momenten na. Zo bezocht ik gewoon de lagere school. Na de oorlog moest ik mijn weg zien te vinden. Ik herinner me eenzame momenten, als student in Groningen en Zürich. En als jonge werknemer in Rotterdam. Op al die momenten in mijn leven heb ik ervaren hoe fijn het is dat iemand je op weg helpt.’
Wie zijn de mensen die u hebben geholpen?
‘Dan denk ik bijvoorbeeld aan de jongen op de middelbare school die me actief betrok bij zijn passie voor zeilen. Of aan de persoon die me bij de arm nam toen ik kampte met verwerkingsproblematiek. Door al die uitgestoken handen kon ik verder, mezelf ontplooien en een goed leven leiden. Volgens mij doet het UAF in essentie hetzelfde. In de ervaringsverhalen met vluchtelingen lees ik herkenbare dingen. Zo beschouwen de studenten en professionals die in Nederland aan de slag willen het UAF als “onverwachte vriendschap”. Het geluk van onverwachte vriendschap heb ik zelf ook mogen ervaren, dus dat verdient mijn steun. Mijn inhoudelijke keuze is dus gestoeld op emotionele gronden. En de manier waarop ik het UAF steun, heeft een pragmatische, financiële insteek.’
Hoe ziet uw steun er precies uit?
‘Na mijn overlijden gaat een deel van mijn nalatenschap naar het UAF. Dat heb ik vastgelegd in mijn testament bij een notaris. De laatste jaren is er sprake van voortschrijdend inzicht op financieel gebied en heb ik besloten om de schenking naar voren te halen. Een periodieke schenking bij leven en welzijn voelt goed, is voor mij fiscaal aantrekkelijk én het UAF kan met elk eerder ontvangen bedrag meer goed werk doen.’