In de jaren 60 en 70 van de twintigste eeuw was Frits Florin directeur van het UAF, vanaf 2022 is Fatimazhra Belhirch degene die de koers uitstippelt. Hoe zag het vluchtelingenvraagstuk er destijds uit? Waar liep Frits Florin tegenaan en wat waren zijn verdiensten? We stellen hem enkele vragen:
Wat waren (politieke) uitdagingen toen u directeur was bij het UAF?
Toen ik in 1969 directeur werd had het bestuur net overwogen om de Stichting op te heffen, in de veronderstelling dat er een einde gekomen was aan de Koude oorlog. Maar ineens kwamen er vluchtelingen uit Tsjechoslowakije naar Nederland, dus besloot men toch door te gaan. De Stichting moest moderniseren, ik zorgde voor verzakelijking. In mijn jaren bestond er nog geen organisatie die zich met vluchtelingen in het algemeen bezig hield, we werkten dan ook veel samen met kerkelijke organisaties die gevluchte geloofsgenoten opvingen en met het UNHCR en Amnesty International.
Zijn u situaties bijgebleven waarin vluchtelingen regie namen of kregen over hun eigen leven?
Er kwamen zoveel bijzondere mensen en verhalen voorbij. Ook minder gebruikelijke situaties waarin dienstweigeraars en deserteurs uit Portugal die hun leven niet wilden riskeren in de koloniale oorlogen in Angola, Mozambique en Guinee-Bissau. Dat waren jongens van 18 jaar uit de betere middenklasse van Lissabon, meestal heel autoritair opgevoed. Tegen de wil van hun ouders vluchtten ze naar het ‘magisch centrum’, Amsterdam. Dat waren bijzondere momenten.
'Het streven van het UAF was vooral om de wettelijk verankerde status van vluchtelingen te versterken.'
Frits Florin
Hoe was over het algemeen het draagvlak, zowel in de maatschappij als de politiek, om gevluchte studenten en professionals te ondersteunen?
Toen ik begon had het UAF 20.000 donateurs. Het UAF was zeer bekend en gerespecteerd in de universitaire wereld en we ontvingen relatief veel erfenissen uit die kring. Het streven van het UAF was vooral om de wettelijk verankerde status van vluchtelingen te versterken. Professionals waren er nauwelijks. Ook veel politici zagen vluchtelingen als een eerzaam charitatief issue.
Welke vorm van hulp was het belangrijkst voor de vluchtelingen die zich meldden bij het UAF?
Een bursaal noemde het UAF een keer ‘plaatsvervanger van zijn ouders’. Ik was daar zeer verguld mee en zag het ook als een soort taakomschrijving.
Het UAF nu
Hoe ziet Fatimazhra Belhirch die geschiedenis terug in de huidige organisatie waar zij momenteel de sturende kracht is? Wat is er wezenlijk veranderd? Lees het hier: ‘Het UAF toen en nu (deel 2): in gesprek met directeur Fatimazhra Belhirch’