Twee jaar geleden woonde Raneem (23) nog in Damascus. Ze studeerde farmacie aan de oudste universiteit van Syrië. Toen ze vluchtte, belandde ze in een andere eeuwenoude universiteitsstad: Leiden. Met steun van het UAF maakt ze daar nu een nieuwe start als student biofarmaceutische wetenschappen.
Aan een picknicktafel op het grasveld voor het Huygens Laboratorium van de Universiteit Leiden vertelt Raneem wat ze zo interessant vindt aan geneesmiddelenonderzoek. ‘Het is altijd mijn wens geweest om een medicijn te ontwikkelen voor mensen met een moeilijk te behandelen ziekte. En ik ben dol op biologie en scheikunde. Ik vind niets zo leuk als experimenten doen in het lab.’
In Damascus zou Raneem deze zomer afstuderen. Maar door de oorlog liep het anders. ‘Mijn broertje vluchtte al in 2015 naar Nederland, in het jaar dat de oorlog uitbrak’, zegt ze. ‘Hij was toen zestien. Voor hem was het te gevaarlijk om te blijven, omdat jonge mannen het Syrische leger in moesten. In 2017 ben ik ook gevlucht, samen met mijn vader, mijn moeder en mijn jongere broertjes en zusjes.’
Raneem is een opgewekte twintiger met een aandachtige blik en een hartelijke, uitbundige lach. Ze spreekt vloeiend Nederlands. Als ze even niet op een woord kan komen, pakt ze haar telefoon uit haar rugzak om het door Google Translate uit het Arabisch te laten vertalen. ‘Toen ik net in Nederland was, gebruikte ik die app heel veel’, zegt ze. ‘Nu heb ik hem niet meer zo vaak nodig.’
Voorbereidend Jaar Leiden
Ze begon in het azc al meteen met taallessen, vertelt Raneem, maar vooral het afgelopen jaar heeft ze de Nederlandse taal goed leren beheersen. Ze is net klaar met het Voorbereidend Jaar Leiden (VJL), een intensieve vooropleiding die studenten met een vluchtelingenachtergrond klaarstoomt voor het Nederlandse hoger onderwijs.
Tijdens het VJL stortte Raneem zich op de taal en legde ze met succes het staatsexamen vwo af in de vakken biologie, wiskunde, natuurkunde en scheikunde. ‘Het afgelopen jaar heb ik hard gewerkt om de taal goed te leren en mijn kennis van bètavakken op vwo-niveau te brengen. Het was een mooi jaar, maar ook heel intensief.’
Dromen
In Damascus was Raneem een ambitieuze derdejaarsstudente met hoge cijfers. ‘Hier moest ik weer helemaal opnieuw beginnen. Dat was soms moeilijk’, zegt ze. ‘Een nieuwe taal leren is lastig, en ik moest daarnaast ook aan veel andere dingen wennen. Het onderwijssysteem is hier anders. In Syrië geven studenten bijvoorbeeld geen presentaties, dus ik had nog nooit een presentatie gemaakt of gehouden. Het afgelopen jaar heb ik dat geleerd.’
‘Eerst droomde ik veel over Syrië, maar nu spelen de meeste dromen zich af in Nederland.’
‘Wat ik vooral heel leuk vond, was dat we onze presentaties uiteindelijk mochten houden voor hbo-studenten’, voegt Raneem toe. Waar haar presentatie over ging? ‘Dromen. Hoe ze werken, wat ze betekenen, welke rol ze in onze levens spelen. Dat vind ik heel interessant. Zelf droom ik veel en levendig. Eerst droomde ik veel over Syrië, maar nu spelen de meeste dromen zich af in Nederland.’
‘De laatste weken droom ik vooral veel over mijn studie’, zegt ze lachend. ‘Over docenten, tentamens, tentamenuitslagen. Het zijn gelukkig altijd positieve dromen, dus hopelijk voorspellen ze veel goeds.’
Nederlanders
In september start Raneem aan de universiteit. ‘Ik heb heel veel zin om met mijn studie te beginnen’, zegt ze. Naast de practica in het lab kijkt Raneem ook uit naar het contact met haar Nederlandse medestudenten. ‘Het afgelopen jaar zat ik in de klas met mensen uit allerlei landen. Syrië, Eritrea, Sudan, Bulgarije. Dat vond ik een mooie ervaring, want ik leer graag andere culturen kennen. Maar met Nederlanders heb ik nog nooit in de klas gezeten. Ik kijk ernaar uit om de komende jaren ook met hen te studeren en vriendschappen op te bouwen.’
Buiten het klaslokaal heeft Raneem de afgelopen twee jaar al wel veel Nederlanders leren kennen. ‘Via het mentorprogramma van het UAF ben ik vorig jaar gekoppeld aan een Leidse masterstudente. Met haar ben ik goed bevriend geraakt. En met de mentor die ik via de gemeente kreeg ben ik ook vriendinnen geworden. Volgende week komen ze allebei bij mij eten. De UAF-mentor van mijn zus komt ook, dus dat wordt gezellig.’
‘Toen ik nog in Syrië was, had ik een bepaald beeld van Nederlanders’, zegt Raneem. Ze lacht: ‘Ik had het idee dat iedereen hier de hele dag dronken was en hasj rookte. En dat mensen niet erg open staan voor andere religies en tradities.’
Dankbaar
Gelukkig bleek van dat beeld niets te kloppen. ‘Ik heb wel eens gehoord dat er plekken in Nederland zijn waar mensen niet open staan voor vluchtelingen, maar ik heb me hier vanaf de eerste dag welkom gevoeld. Op school, bij de gemeente en vooral bij het UAF hebben zo veel mensen mij geholpen. Daarvoor ben ik dankbaar.’
‘Ik heb wel eens gehoord dat er plekken in Nederland zijn waar mensen niet open staan voor vluchtelingen, maar ik heb me hier vanaf de eerste dag welkom gevoeld.’
Ook al voelt Raneem zich thuis in Leiden en droomt ze over haar nieuwe leven in Nederland, ze denkt nog iedere dag aan Syrië. ‘Ik heb veel last van heimwee’, zegt ze. ‘Ik mis de geur van mijn thuisland. En ik mis de drukte om me heen die ik toen juist vaak zo vervelend vond. Door de oorlog woonden we met drie families in één appartement. Met veertig mensen deelden we vijf kamertjes. Dat was moeilijk, maar nu mis ik die dagen. De mensen, hun gepraat, het dicht bij elkaar leven.’
Studeren in vrede
Op een dag hoopt Raneem naar huis terug te keren, maar eerst wil ze zich op haar studie in Leiden richten. Wat de toekomst ook brengt, over een paar jaar zal Raneem afstuderen als biofarmaceutisch wetenschapper en naar Leidse traditie haar handtekening op de muur van het Zweetkamertje schrijven.
‘In Syrië moest ik mijn studie afbreken vanwege de oorlog’, zegt ze. ‘Dankzij het UAF heb ik de kans om in Nederland te studeren wat ik interessant vind, in vrijheid en in vrede. Die kans wil ik echt grijpen.’
Raneem had het Voorbereidend Jaar Leiden (VJL) niet kunnen volgen zonder de financiële steun van het UAF. ‘Mijn studiekosten zijn volledig door het UAF betaald. Het UAF betaalde zelfs mijn reiskosten als ik voor mijn lessen naar andere steden moest reizen. Dat vind ik heel bijzonder.’
26 oktober 2021
Hoe gaat het nu met Raneem?
Met welke studie ben je nu bezig en in welk jaar zit je?
Ik studeer Biofarmaceutische wetenschappen aan de Universiteit Leiden. Ik zit nu in het derde jaar en ben bezig met een minor op het gebied van ziekte en medicijnveiligheid: ‘Disease, Signaling and Drug Targets’ (DSDT).
Hoe bevalt deze studie?
Hoewel deze studie zwaar is vind ik het super leuk, want bijna alle vakken hebben iets te maken met biologie. Daarnaast leer ik met deze studie verschillende onderzoeksmethoden kennen en gebruiken. Dat helpt mij om mijn droom waar te maken: geneesmiddelen tegen kanker ontwikkelen.
Wat zijn je plannen voor de nabije toekomst?
Allereerst wil ik mijn bachelor afronden zonder studievertraging. Ik ben van plan om volgend jaar een master te doen, maar ik weet nog niet precies welke. Eerst maar eens mijn bachelor halen!
Talent mag niet verloren gaan
Geef gevluchte studenten zoals Raneem de kans zich te ontwikkelen. Met jouw donatie maak jij voor hen een wereld van verschil.
Help jij vluchtelingen op weg?