Hogescholen en universiteiten zijn gesloten voor onderwijs in verband met het coronavirus. Daarom wordt er zoveel mogelijk onderwijs op afstand vormgegeven. Dit gebeurt ook bij het schakeltraject Voorbereidend Jaar Leiden (VJL), voor gevluchte studenten.
Het VJL biedt studenten tussen 18-28 jaar met een vluchtelingenachtergrond de mogelijkheid zich in één cursusjaar voor te bereiden voor het hoger onderwijs. Momenteel zijn er 25 deelnemers en ook zij zijn nu afhankelijk van afstandsonderwijs.
Hildegard Wijdeveld, coördinator Voorbereidend Jaar Leiden en docent Nederlands bij de Pabo, legt uit wat dit voor deze studenten betekent:
‘We hebben hard gewerkt om alles heel snel online te krijgen. Onze studenten zijn vaak pas kortgeleden als vluchteling hier terecht gekomen en hebben een onzekere situatie achtergelaten in hun thuislanden Syrië, Afghanistan, Iran, Congo en Somalië. De coronacrisis brengt natuurlijk ook spanning met zich mee. De structuur van het lesrooster is nu echt nodig. Wij vonden het dan ook belangrijk om onze studenten te laten zien: wij kunnen dit organiseren, jullie kunnen op ons rekenen.’
Hoe gaat het online onderwijs in zijn werk?
‘Het hele docententeam, bestaande uit tien docenten, geeft gewoon les volgens het reguliere rooster. Elke docent heeft een aparte link waarmee studenten kunnen inloggen op het juiste tijdstip. Middels een videoconference call kan de docent de les geven en is interactie ook gewoon mogelijk. Alle lessen vinden doorgang, evenals de één-op-één begeleiding met de mentor of studiecoach. Filmpjes, gezamenlijke opdrachten, presentaties: we doen het allemaal.’
Wat zijn de ervaringen tot nu toe?
‘Erg positief! Veel studenten wonen alleen, dat kan nu best eenzaam zijn. Een les was ook een moment om naar buiten te gaan en elkaar te ontmoeten. Dat contact proberen we zoveel mogelijk te behouden met online onderwijs. Bovendien is het voor de studenten fijn om in deze onzekere tijden naar een doel toe te blijven werken, zoals naar hun studiestart volgend jaar. Wij nemen het onderwijs heel serieus, en dat wordt gewaardeerd. Maar onderwijs moet ook leuk zijn, je moet er ook blij van worden. Dus ruimte voor humor en luchtigheid is ook van belang.’
Heb je daar een voorbeeld van?
‘Iemand die voor de lol een pruik opzet voor de webcam, of een kat die onverwachts in beeld komt, bijvoorbeeld. In de klas maak je dat niet mee! De saamhorigheid is groot en we maken er samen het beste van. Niets gaat boven persoonlijk contact natuurlijk. We kunnen niet wachten tot we weer met elkaar een diploma-uitreiking kunnen vieren met heerlijke gerechten van over de hele wereld; daar maken we altijd een groot feest van.’
Heb je tips over online onderwijs voor collega-docenten?
‘Zorg ervoor dat je alles goed regelt en test. Goede afspraken zijn ook belangrijk. Iedereen heeft zijn microfoon op ‘mute’ wanneer de docent aan het woord is. Als je de beurt krijgt om een vraag te stellen, zet je je microfoon aan. Zo blijft het interactief zonder dat het een chaos wordt. Denk ook na over hoe je dingen vraagt. Het heeft niet zoveel zin om te vragen: ‘snapt iedereen het?’. Je kunt beter zeggen: ‘steek je hand op als je het snapt’. Er is best veel mogelijk als het om online lesgeven gaat, maar het is soms even puzzelen. Zoek elkaar op en help elkaar. En maak er samen het beste van!’
Tekst: Hogeschool Leiden