Kay Fremantle liet haar verjaardagen het liefst geruisloos voorbijgaan. Ze was bescheiden en leefde sober, vertellen Els en Jan Jimkes in hun woning in Utrecht.
‘Maar toen ze negentig werd, vroegen we haar of het toch niet eens tijd werd voor een feestje. Ze heeft het toen in kleine kring gevierd met een high tea.’
De negentigste verjaardag van Kay Fremantle was een weerspiegeling van hoe ze in het leven stond en waar ze waarde aan hechtte. ‘Als ze je eenmaal in haar hart had gesloten, dan was het voor het leven,’ vertelt Els. Haar man vult aan: ‘Cadeaus wilde ze niet. Ze vroeg haar gasten iets te schenken aan het UAF.’
Kay Fremantle steunde het UAF toen al een halve eeuw. Sinds de jaren vijftig, toen ze promoveerde en haar dagen doorbracht in het Kunsthistorisch Instituut in Utrecht. ‘Kay had vanaf de beginjaren grote bewondering voor de steun die het UAF bood aan vluchtelingen die wilden studeren. Daarin zag ze dezelfde gastvrijheid en medemenselijkheid die zij in Nederland had ervaren, en die zij zo typerend vond voor ons land.’
Van Engeland naar Nederland
Kay Fremantle werd in 1919 geboren in Engeland, in de afgeschermde wereld van de Britse adel. Als tiener verruilde ze die wereld tijdelijk voor Amsterdam, tijdens een uitwisseling van scholieren. Dat was een bepalende ervaring, vertelt Els. ‘Kay had niets met de hiërarchische Britse upper class. Ze merkte dat die enorme kloof tussen hoog en laag hier niet bestond. Bij haar Hollandse gastfamilie voelde ze zich thuis.’
Kort na het uitwisselingsprogramma brak de Tweede Wereldoorlog uit. Dat maakte studeren voor de jonge, ambitieuze Kay onmogelijk. ‘Toen ze na de oorlogsjaren eindelijk kunstgeschiedenis ging studeren in Londen, was ze al achter in de twintig.’ Kay was een gedreven studente. Na haar studie kon ze, mede dankzij een Nederlandse beurs, promoveren op het onderwerp van haar keuze: het Paleis op de Dam. Zo belandde ze opnieuw in het land waar ze als uitwisselingsscholiere haar hart aan had verloren. Ondanks de sterke band met haar Engelse familie bleef ze ditmaal voorgoed.
Het UAF als erfgenaam
In het leven van Kay Fremantle namen kunst, wetenschap en de natuur een centrale plek in. Ze werkte bij het Kunsthistorisch Instituut, waar ze collegakunsthistorica Els leerde kennen, en waar ze opklom tot associate professor. ‘Ze hield van Nederland, de mensen, de taal en de geschiedenis. Haar promotieonderzoek, afgerond in 1956, werd een monumentaal en briljant werk, waar voor het eerst in de architectuurgeschiedenis een gebouw werd onderzocht vanuit de functie in plaats van hoe het gebouw eruitzag.’
‘Dat Nederland voor buitenlandse studenten zo’n gastvrij land was en dat gevluchte studenten werden ondersteund met beurzen, sprak haar zeer aan,’ vertelt Jan. Daarom benoemde zij het UAF tot erfgenaam. ‘Dat was haar manier om iets terug te doen voor de gastvrijheid die zij zelf had ervaren.’
‘Dat ze met haar nalatenschap de levens van anderen zal blijven verrijken, is een mooie gedachte.’
‘Kay was een bijzonder mens,’ zegt Els. ‘Ze ging haar eigen weg en heeft een vruchtbaar en betekenisvol leven geleid. Dat ze met haar nalatenschap de levens van anderen zal blijven verrijken, is een mooie gedachte.’