Het UAF heeft samen met de HAN University of Applied Sciences leerwerktrajecten opgezet voor statushouders die aan de slag willen in de techniek of de zorg. Een aantal deelnemers aan het voorbereidend leerwerktraject stromen door naar de deeltijdopleiding hbo-verpleegkunde. Docent Astrid is blij met de aanwas.
‘We komen verpleegkundigen tekort en onze beroepsgroep kan daarnaast ook meer diversiteit gebruiken’, zegt docent Astrid. Na de zomer starten de studenten met de deeltijdopleiding. De meeste starters uit deze doelgroep hebben het voorbereidend leerwerktraject gevolgd, mede ontwikkeld door het UAF.
Met haar collega’s heeft Astrid gepleit om uren te krijgen voor de begeleiding van de statushouders. ‘Dat is gelukt.’ Zo is er meer tijd gekomen voor de intakegesprekken met statushouders. Astrid heeft een visiedocument opgesteld. Ook zijn er extra taallessen in het programma gekomen en wordt meer tijd gestoken in studieloopbaanbegeleiding. Met werkgevers in de zorg is intervisie op gang gebracht over de integratie van statushouders op de werkvloer.
Als we Astrid vragen naar haar drijfveren, vertelt ze over haar ervaring in het buitenland en dat ze zelf een studie-stapelaar is, die weet wat het vergt om over hordes te springen.
‘Wat heeft een student nodig om te slagen?’, zegt Astrid. ‘Het antwoord kan voor iedereen anders zijn. Zo hebben we instroom vanuit Social Work. Als ik hen vraag welke medicatie hun zorgvrager slikt, kom ik er regelmatig achter dat ze daar nog niet mee bezig zijn. Net als statushouders hebben die studenten aandacht nodig, maar dan andere aandacht.’ Inmiddels heeft Astrid een goed beeld van de behoeften van vluchtelingstudenten. ‘Ik merk bijvoorbeeld dat zij het soms moeilijk vinden om hulp te vragen. Zodra je bewust bent van zo’n drempel, kun je dat ondervangen.’
“Voor mij is dit moeilijk, want ik ben een buitenlander”, klinkt het dan.
“Welnee, je bent een Nederlandse student die van oorsprong geen Nederlands als moedertaal heeft”, zeg ik dan.’
Talent
Astrid vindt het belangrijk om te kijken naar talent en reageert scherp op ‘denken vanuit een achterstandspositie’. ‘Studenten positioneren zichzelf soms onbewust als underdog. “Voor mij is dit moeilijk, want ik ben een buitenlander”, klinkt het dan. “Welnee, je bent een Nederlandse student die van oorsprong geen Nederlands als moedertaal heeft”, zeg ik dan.’
Belangrijk is de bureaucratische lenigheid van Astrid en haar collega’s. ‘In Nederland is het inschrijven voor een studie een studie an sich. Zeker bij statushouders ontbreken er wel eens wat vinkjes.’ Al bij de intake stelt Astrid starters gerust. ‘Heel wat rode kruisjes werken we later wel weg.’
Er zijn twee bochten die Astrid niet kan en niet wil afsnijden. Allereerst de taal: zonder NT2 kun je niet starten. Een baan in de zorg is de andere harde voorwaarde: het gaat om leren èn werken. Trots vertelt Astrid over de afgestudeerde studente met Afrikaanse roots die nu als verpleegkundige in de Betuwe werkt. ‘Samen met het UAF, zorgorganisaties en het onderwijs werken we hard aan meer succesverhalen.’
Twee werelden met elkaar verbinden
Het UAF gelooft in het talent van vluchtelingen. Samen met werkgevers en opleiders bedenken we slimme en duurzame routes naar de arbeidsmarkt. Deze leveren een win-winsituatie op: voor gevluchte professionals die van betekenis willen zijn in onze samenleving en voor werkgevers die behoefte hebben aan gekwalificeerde medewerkers. Ons doel is deze twee werelden met elkaar verbinden, zodat zowel de gevluchte studenten en professionals als de organisaties daar profijt van hebben.